Jan (80) was vroeger zeeman, nu deelt hij samen met zijn vrouw Bijbels uit op schepen
Artikel uit het Nederlands Dagblad
INTERVIEW In zijn hart is hij nog altijd zeeman, ook al heeft hij het zeevarende leven al lang geleden vaarwel gezegd. Die wereld was niet goed te combineren met zijn geloof. Nu bezoekt Jan Best (80) uit Alphen aan den Rijn met zijn vrouw Anneke voor Stichting Havenlicht al jaren zeevarenden om hen te ondersteunen in het geloof en bij het zeemansleven.
Toen Jan Best (80) zijn vrouw Anneke leerde kennen, was die totaal niet onder de indruk van zijn zeevarende avonturen.
‘Achter mijn naam staat vaak ‘sr’, van senior. Want mijn zoon en kleinzoon heten ook zo. Maar ik ben zelf ook eigenlijk junior, mijn vader heet ook Jan Best. Sterker nog: mijn kleinzoon is al nummer negen!
Als klein jongetje zag ik in 1949 in IJmuiden de vissersschepen aankomen. Mannen in dikke truien, het kolkende schroefwater en de lucht van stookolie, het zoute zeewater en etensluchten vanuit de kombuis. Alles maakte een onuitwisbare indruk. Dat wilde ik later ook! En ik ben uiteindelijk ook stuurman geweest op de grote vaart. Mijn ouders hebben alles in het werk gesteld om me ervan af te houden, maar dat is niet gelukt.
Ik heb de zeevaartschool gedaan en werkte daarna bij de Koninklijke Java-China Paketvaart Lijnen. Het werkgebied was voornamelijk het Verre Oosten. Soms zat ik wel twee jaar achter elkaar aan boord. Dan stapte ik op in Singapore en ging weer van boord in Kaapstad. Ik vond dat niet goed te combineren met het leven in Christus. Ik was overal in de wereld geweest en liep daardoor naast m’n schoenen, zo geweldig vond ik mezelf.
‘Eigenlijk zijn we altijd welkom en is de bemanning blij dat we er zijn.’
Toen ik Anneke ontmoette, was zij helemaal niet onder de indruk van mijn zeevarende avonturen. Ze zei dat ze in eerste instantie van Jezus was, nou, dat vond ik niet zo leuk. Ik ontmoette haar op een weekend van de Vergadering van Gelovigen toen ik even aan wal was. Zo’n weekend was eigenlijk een soort verkapte huwelijksmarkt.
Toen ik Anneke zag, wist ik meteen dat ze mijn vrouw zou worden. We zijn ook snel getrouwd, want dan hoefde ik minder lang achter elkaar weg. Al snel heb ik mijn baan opgezegd en ging ik op zogenoemde hopperzuigers varen, een soort baggerschepen op zee. Zo was ik meer thuis.
Schiphol
We woonden in de beginjaren in Noord-Holland. Omwille van het gezin stopte ik met varen en ben op Schiphol gaan werken. Dat was wel ver rijden vanuit Heiloo, dus zijn we verhuisd naar Alphen aan den Rijn. Door de oliecrisis moest dat allemaal heel snel, in een enkel ritje met alle spullen.
We wonen hier nu al vijftig jaar, tenminste, eerst woonden we zo’n vijftien jaar in het huis hiernaast. Dat werd te klein, we zijn gezegend met vijf kinderen. Dit is een hoekhuis, met meer ruimte. We wonen op een hele fijne plek, we hebben geen dag spijt gehad.
Op Schiphol ben ik baas van de onderhoudsafdeling geweest en ben ik heel het noordelijk halfrond over geweest als consultant gladheidsbestrijding. Ik ben ook nog een tijdje politieagent geweest trouwens. Maar in mijn hart ben ik altijd zeeman gebleven.
Op mijn 55e ging ik met pensioen. Toen heb ik tegen God gezegd: ‘Wat kan ik voor U doen? Ik ben nog jong en vitaal.’ Vlak daarna deed ik als oudste binnen de Vergadering een keer de post. Er zat een brief bij van Stichting Havenlicht met de boodschap dat ze vrijwilligers zochten om schepen te bezoeken. Het ging om cruiseschepen, maar dat maakte mij niet uit. Ik las alleen het woord ‘schip’ en mijn ogen lichtten al op. Zo zijn Anneke en ik dit werk gaan doen.
Meer dan bijbel geven
Er golden strenge eisen voor wie aan boord mocht komen. We mochten ook alleen met het personeel spreken, niet met de passagiers. We hebben veel bijbels uitgedeeld en met mensen gebeden. Maar dit was ‘seizoenswerk’. Dus zijn we op een gegeven moment ook vrachtschepen gaan bezoeken. Ik vertel altijd open en eerlijk wat ik kom doen. Dat we bijbels en bijbelse lectuur meehebben, maar ook warme kleding en pakketjes met verzorgingsproducten. Die stelt Anneke samen.
Er is veel behoefte aan, want ze kunnen vaak echt niet tussentijds van boord om even iets te kopen en zitten soms maanden achter elkaar op zee. Het is zoals in Mattheüs: kleden wie naakt was, enzovoorts. Jezus zegt dan: ‘zolang je het aan een van mijn broeders hebt gedaan, heb je het aan mij gedaan’. Dat passen we letterlijk toe, we geven niet alleen een bijbel. Soms nemen we ook knuffels mee voor hun kinderen thuis, want die moeten ze ook al die maanden missen.
Jezus aan boord
Er staat een heel gebedsteam achter ons, ik app hen altijd op de ochtend dat we weer naar een schip gaan. Door gebed weten we dat er soms behoefte is aan iets specifieks, of nemen we dus zo’n knuffel mee en bidden dat we iemand mogen ontmoeten voor wie die bestemd is. En dat gebeurt dan ook.
‘Als ik aan boord van zo’n schip kom, dan ruik ik weer hetzelfde als toen ik een klein jongetje was en in de haven van IJmuiden de vissersschepen zag.’
We maken zoveel bijzondere dingen mee, dit werk bemoedigt en sterkt ons ook in geloof. Ik denk dat we al zo’n 1200 schepen hebben bezocht. We zijn slechts een keer of twee, drie afgewezen. Eigenlijk zijn we altijd welkom en is de bemanning blij dat we er zijn. Dat vind ik wel bijzonder. ‘Wie u ontvangt, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft’, staat er in Mattheüs. Dus eigenlijk laat zo’n kapitein niet alleen ons aan boord, maar laat hij Jezus aan boord.
Leuk als je jong bent
In de haven van IJmuiden kennen ze ons al, daar noemen ze ons ‘de weldoeners’. Als ik aan boord van zo’n schip kom, dan ruik ik weer hetzelfde als toen ik een klein jongetje was en in de haven van IJmuiden de vissersschepen zag. Ik leef dan helemaal op! Mijn vrouw moet me dan bijna van boord trekken, haha.
We hebben samen 22 jaar een zeilboot gehad. Op zich zijn we wel van het Spartaanse, maar dit is vooral leuk als je jong bent. Het werd allemaal ook te bewerkelijk. Uiteindelijk hebben we de boot met veel pijn in ons hart verkocht.
‘Er komt een moment dat het niet meer gaat. We vertrouwen op God dat er dan iets nieuws komt, we willen dienstbaar blijven.’
Ook op andere vlakken doen we een stapje terug. We hebben ons jaren met hart en ziel ingezet voor de kerk, nu doen we dat rustiger aan. Sinds anderhalf jaar gaan we naar de Levend Evangelie Gemeente in Aalsmeer, een vrij grote gemeente. Je leest veel over leeglopende kerken, maar wereldwijd groeit de kerk. Onder andere in Azië, daar groeit het geloof tegen de verdrukking in. Bij de Chinezen die we ontmoeten, is er bijvoorbeeld echt honger naar het Woord van God. We geven bijbels en als we later nog op het schip terugkomen om nog iets af te geven, zitten ze allemaal te lezen!
Souplesse
Om dit werk te doen, heb je wel wat souplesse nodig. Je moet veel steile trappen op om aan boord te komen. Dat lukt Anneke fysiek niet meer. Zij zit dan in de auto op de kade en ik neem mensen van boord mee om te helpen sjouwen. Dan bidden we met elkaar bij de auto, dus dan is ze er wel bij. Ik ben nog wel soepel en kan de trappen nog op met een rugzak vol bijbels. Maar er komt een moment dat het niet meer gaat. We vertrouwen op God dat er dan iets nieuws komt, we willen dienstbaar blijven.’